Hoe werkt het kaartspel Pesten precies?

Wat zijn de algemene regels van pesten?

In het kaartspel Pesten worden alle 52 kaarten gebruikt (dus ook de jokers). Elke speler krijgt zeven kaarten en de overige kaarten vormen de trekstapel. Het doel van Pesten is om zo snel mogelijk de kaarten die jij in jouw hand hebt weg te spelen op de aflegstapel. Elke beurt mag een speler een kaart wegspelen. Dit gebeurt in eerste instantie met de klok mee!

Om het spel te starten wordt er een kaart uit de trekstapel getrokken en gelegd. Dit vormt de aflegstapel. Vervolgens mag de eerste speler een kaart leggen met een gelijk symbool of cijfer. Ligt er bijvoorbeeld een harten zeven op de aflegstapel? Dan mag de speler alleen een zeven neerleggen (symbool maakt niet uit) of een andere kaart die harten bevat.

Heb je geen kaart die je kunt leggen? Dan pak je een kaart van de trekstapel. Als dit een kaart is die je wel kunt neerleggen, mag je dat gelijk doen. De speler die als eerste al zijn kaarten heeft weggespeeld heeft gewonnen!

Wat doen de verschillende kaarten?

Pesten doet zijn naam eer aan doordat je met bepaalde kaarten spelers in de weg kunt zitten. Daarom hebben bepaalde speelkaarten bijzondere eigenschappen:

De Aas

Wanneer je de Aas speelt wordt de richting van het spel veranderd. Normaal wordt er met de klok mee gespeeld, maar door deze kaart wordt het omgedraaid. Wanneer er nog een Aas wordt gespeeld, draait de richting van het spel weer normaal met de klok mee.

 

Kaart 2

Kaart ‘2’ is een pestkaart. Als deze kaart op de aflegstapel wordt gelegd, moet de volgende speler twee kaarten pakken van de trekstapel. Deze speler mag vervolgens wel een kaart afleggen.

 

Kaart 7

‘Zeven blijft kleven’. Zodra jij deze kaart speelt, mag je nog een kaart afleggen.

 

 

Kaart 8

Bij deze kaart geldt, de acht wacht! De beurt van de eerstvolgende speler wordt overgeslagen. Deze speler mag dus geen kaart spelen.

 

De Boer

Zodra je een Boer weglegt mag jij bepalen welk symbool de eerstvolgende kaart moet zijn. Hierbij heb je de keus uit een harten, ruiten, klaver of schoppen.

 

De Joker

Dit is de beste pestkaart uit het spel. Wanneer je deze kaart speelt moet de volgende speler vijf kaarten pakken uit de trekstapel. De speler die de kaarten moet pakken, bepaalt het nieuwe symbool. De Joker mag je op elke kaart spelen.

Maak het spel Pesten spannender met deze varianten

Pesten is op verschillende manieren te spelen. We geven je graag een paar voorbeelden van verschillende variaties die je kan toevoegen aan een potje Pesten:

Optellen

Als de speler voor jou een twee of een joker speelt, mag je meteen eenzelfde kaart spelen. Dit mag je net zo lang doen tot een speler geen zelfde kaart meer heeft. Dan moet de speler na jou de opgetelde extra kaarten pakken.

Niet eindigen met een pestkaart

Een speler mag geen speciale kaart als de laatste kaart uitspelen om te winnen. Als de laatste kaart van de speler wel een pestkaart is, moet hij vijf extra kaarten pakken.

Kloppen

Een speler moet kloppen of “laatste kaart” roepen als hij zijn op een-na-laatste kaart speelt. Als hij dit niet doet in zijn beurt, moet hij vijf extra kaarten pakken.

Getrokken kaart houden

Als een speler een kaart van de trekstapel pakt, is zijn beurt direct voorbij.